3 hoofdvormen van evalueren
Veel veranderingen kennen een cyclisch verloop. Er is een aanloop- of voorbereidingsfase, waarin plannen voor de verandering worden gemaakt. In de daaropvolgende fase vindt de verandering plaats, onder aansturing of begeleiding. Vervolgens wordt de verandering geborgd in de staande organisatie en gaat het in de organisatie over op de going concern. Aan deze fasen kunnen we drie hoofdvormen van evalueren koppelen. Bij iedere evaluatievorm staat een ander doel centraal.
Planevaluatie
Bij een planevaluatie staat het reorganisatieplan of veranderplan centraal dat in de planvormingsfase tot stand is gekomen. U ontrafelt de theorie en de hypothesen achter de geplande verandering. Daardoor wordt duidelijk hoe het plan is ontwikkeld, of de uitgangspunten van het plan helder zijn, of de doelstelling en de doelgroep duidelijk zijn omschreven en wat de werkzame bestanddelen van de verandering zijn.
U voert een planevaluatie uit wanneer u wilt weten of uitvoering van de plannen zinvol is voor de verandering. Of wanneer u wilt checken of het - qua opzet van de verandering en de gedachtegang erachter - aannemelijk is dat de verandering tot de gewenste uitkomsten zal leiden.
Procesevaluatie of monitoring
Bij een procesevaluatie staat het verloop van de uitvoering van de verandering centraal. U gaat na hoe de reorganisatie of verandering wordt uitgevoerd. Richt de verandering zich op de beoogde doelgroep? Verloopt de uitvoering van de verandering volgens plan? Is aan de beoogde randvoorwaarden voldaan? Hoe wordt verandering gewaardeerd door degenen die er leiding aan moeten geven? En hoe door degenen waar de verandering betrekking op heeft?
Op basis van de verzamelde informatie vormt u zich een oordeel over het verloop van de uitvoering van het veranderproces. U kunt de procesevaluatie ook gebruiken om input te krijgen voor bijsturing, bijvoorbeeld door een uitspraak te doen over de kosten van de verandering, de samenwerking tussen de betrokken partijen of de tijd die het kost om de verandering te realiseren.
Een procesevaluatie kunt u achteraf doen, maar ook tijdens het veranderingsproces. Dan spreken we niet over evalueren, maar over monitoren.
Effectevaluatie of effectmeting
Bij de effectmeting staat de uitkomst van de verandering centraal. Zuivere effectmetingen zijn veelzeggend, omdat u hiermee uitspraken kunt doen over oorzaak en gevolg. Welke resultaten heeft de reorganisatie of verandering opgeleverd, en in hoeverre zijn de beoogde veranderdoelen hiermee bereikt? Welke neveneffecten zijn opgetreden? Wat waren de belemmerende of bevorderende factoren intern en extern die op de effecten van invloed zijn geweest? Werkt deze veranderaanpak beter dan andere? Hoe kan de veranderaanpak worden verbeterd?
Voor een effectmeting bij een reorganisatie is het van belang om helemaal terug te gaan naar het begin, naar het doel van de reorganisatie. Uit de onderzoeksfase is naar voren gekomen welke problemen er waren bij de toenmalige organisatie. En welke in- of externe stakeholders die problemen hebben ervaren. Er is een aantal (structuur)oplossingen bedacht en geïmplementeerd om deze problemen op te lossen. Het meest logisch is dan ook om die inhoudelijke oplossingen te onderzoeken en bij relevante stakeholders na te gaan of de problemen zijn opgelost.
Het goed uitvoeren van effectmetingen is behoorlijk complex, vergt specifieke vaardigheden en de nodige capaciteit. Een nulmeting of controlegroep is niet altijd voorhanden. Het ontwikkelen van betrouwbare en valide meetinstrumenten is tijdrovend, en op een bepaald effect kunnen vele variabelen van invloed zijn. In de praktijk zal het daarom vaak gaan om een effectmeting bij benadering.
De resultaten van de effectmeting kunt u gebruiken om uw veranderstrategie aan te passen. Het is belangrijk dat opgedane inzichten binnen het Rijk worden gedeeld. Zo verbeteren we de kwaliteit van veranderprocessen voortdurend en kunnen we de achterliggende veranderdoelen steeds beter realiseren.