Stichtingen
Het kabinet stelt zich op het standpunt dat het Rijk in beginsel geen betrokkenheid moet hebben bij het oprichten van stichtingen. Echter, in uitzonderlijke situaties kan het voorkomen dat de oprichting van een stichting de beste manier is om een publiek belang te borgen. Dit is het zogenaamde “nee, tenzij”-beleid ten aanzien van oprichting van nieuwe stichtingen. In het geval dat een ministerie betrokken is bij de oprichting van een stichting, als (mede-)oprichter of als er sprake is van “doen oprichten”, moet dit eerst worden voorgehangen aan het parlement (zie onderstaande procedure)
Kaders
Bij de privaatrechtelijke rechtspersoon van de stichting gelden de volgende kaders:
- Kader voor stichtingen, beleidskader voor betrokkenheid van de Rijksoverheid
- Kader voor stichtingen, beleidskader voor betrokkenheid van de Rijksoverheid (brochure)
Deze documenten stellen voorwaarden aan het oprichten van of deelnemen in een stichting door de overheid.
Procedure bij het oprichten van stichtingen
De procedure bij het oprichten van stichtingen heeft 6 stappen:
- Stem de voorgenomen stichting intern af met juridische zaken, FEZ en Eigenaarsadvisering.
- Betrek de Toetsingscommissie Verzelfstandiging (DGRB/Financiën) bij de oprichting via AlgemeenBBE@minfin.nl..
- Treed in overleg met de Algemene Rekenkamer.
- Stuur het voorstel van de stichting naar de ministerraad.
- Leg het voorstel van de stichting voor aan beide Kamers.
- Indien beide Kamers niet reageren binnen 30 dagen, kan de stichting worden opgericht.