Verkiezingen
De minister van BZK is verantwoordelijk voor de Kieswet en de daaraan ten grondslag liggende regelgeving en ontwikkelt beleid over verkiezingsaangelegenheden. Het ministerie van BZK draagt ook zorg voor de landelijke opkomstbevorderende campagne en de evaluatie van de verkiezingen. De feitelijke uitvoering van de verkiezingen (inrichten stembureaus, drukken stembiljet, bepalen kiesgerechtigheid, etc.) is de verantwoordelijkheid van de gemeenten en openbare lichamen. Ze worden hierbij door het ministerie van BZK ondersteund.

Foto: Dirk Hol
De Kiesraad is een onafhankelijk adviesorgaan voor regering en parlement ten aanzien van verkiezingsaangelegenheden. Daarnaast is de Kiesraad centraal stembureau voor de Tweede en Eerste Kamerverkiezingen en de verkiezing van de leden van het Europees Parlement. In die hoedanigheid stelt de Kiesraad de uitslag van genoemde verkiezingen vast.
Uitgelicht
- Opkomst verkiezingen
- Opkomst verschilt regionaal
- Zetelwisselingen tussen partijen in de Tweede Kamer
- Ledentallen politieke partijen
Opkomst verkiezingen
-
Toelichting & bron
Toelichting: De opkomst bij verkiezingen is in Nederland redelijk stabiel. Er zijn wel aanzienlijke verschillen tussen de bestuurslagen. Bij de Tweede Kamerverkiezingen stemmen nog altijd de meeste mensen: in 2017 was dat 81%. De opkomst voor decentrale verkiezingen is op langere termijn gezien gestaag gedaald. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 zette die trend zich niet door. Er was toen zelfs sprake van een lichte stijging tot bijna 55%. Ditzelfde is te zien bij de laatste Provinciale Statenverkiezingen. De opkomst in 2019 is 56% .* Dat is 7,5% meer dan in 2015, toen de opkomst 47,5% was. Vergeleken met de meerjarige (zeer licht stijgende) trend in de opkomst voor de Statenverkiezingen is dit een uitschieter naar boven. Voor een zogeheten ‘tweede ordeverkiezing’ als die voor de Staten, is dit een uitzonderlijk hoge score.
Uit de verschillende kiezersonderzoeken op nationaal en lokaal niveau blijkt dat de opkomst onder specifieke groepen hoger is. Stemmers zijn vaker relatief hoogopgeleid en hebben geen laag inkomen, ze zijn wat ouder, geïnteresseerd in politiek en hebben voldoende politieke kennis en zelfvertrouwen.** Voor gemeenteraadsverkiezingen geldt dat het zich verbonden voelen met de gemeente eraan bijdraagt dat mensen gaan stemmen. Voor de Provinciale Staten- en Waterschapsverkiezingen zijn dergelijke gegevens nog niet beschikbaar.
*Kiesraad.
** Zie bijvoorbeeld het NKO 2017 en het LKO 2018.
Bron: Kiesraad
- Vergroten
Opkomst verschilt regionaal

-
Toelichting & bron
Toelichting: Op de kaart, uit een analyse van de uitslagen van de Provinciale Statenverkiezingen door Josse de Voogd, is het opkomstpercentage per gemeente weergegeven.* De laagste opkomst is te vinden in Rotterdam, met 44,8%. Andere gemeenten met een opkomst onder de 50% zijn Delfzijl, Den Helder, Diemen, Almere, Den Haag, Schiedam, Nissewaard, Tiel, Waalwijk, Steenbergen, Bergen op Zoom, Roosendaal, Woensdrecht, Rucphen, Tilburg, Reusel-De Mierden, Eindhoven, Helmond, Roermond, Heerlen, Kerkrade en Vaals. Opvallend is dat veel van deze gemeenten in Noord-Brabant en Limburg liggen. De Voogd laat zien dat ook gemeenten met een percentage hoger dan 50 maar lager dan het landelijk gemiddelde, vaak ten zuiden van een diagonaal van Zeeuws-Vlaanderen naar de Achterhoek liggen, die in het verleden de overgang markeerde van katholiek naar protestants gebied. Ook in industrie- en overloopgemeenten in het westen, de industriesteden Enschede en Almelo, Oost-Groningen en Amsterdam ligt de opkomst onder het gemiddelde.
In veel gemeenten speelt religie nog maar een beperkte rol. Toch is het opkomstpercentage in het van oudsher protestantse noordoosten van Nederland hoger en in het katholieke zuiden lager dan men volgens De Voogd op grond van inkomen en opleiding zou verwachten. Hij vindt dergelijke patronen ook bij andere verkiezingen, bijvoorbeeld voor de Tweede Kamer. Hoge scores vinden we verder in welvarende suburbane gemeenten als Tynaarlo, De Bilt en Bloemendaal. Bij de grotere steden vallen de relatief hoge scores in Leiden, Utrecht, Amersfoort en Zwolle op. Als het gaat om opkomst tekent zich door het midden van Nederland een zekere ruggengraat af waar een hoog inkomensniveau stapelt op een hoog opleidingsniveau en een wat sterkere religiositeit, zo is de stelling van De Voogd in zijn analyse.
* Josse de Voogd, Genivelleerd mozaïek. Provinciale Statenverkiezingen 2019 op de kaart, 2019.
Bron: Josse de Voogd, 2019
- Vergroten
- Download bestand
Ledentallen politieke partijen

-
Toelichting & bron
Toelichting: Over het aantal actieve leden in partijen is weinig bekend; er zijn sporadisch indicaties van gegeven. Dan gaat het over het aantal mensen dat ‘wel eens’ een partijbijeenkomst bezoekt of meebeslist over kandidatenlijsten en programma’s. Op basis van verschillende onderzoeken binnen verschillende partijen in verschillende perioden circuleren percentages tussen de tien en twintig van het aantal partijleden.* Aangezien het aantal kiesgerechtigden door de groei van de bevolking is toegenomen, terwijl het aantal partijleden is afgenomen, is ook de zogeheten politieke organisatiegraad afgenomen. Dit is het percentage kiezers dat partijlid is. In 1967 bedroeg die nog 6,6%. Vijftig jaar later was dit 2,3%. Dit betekent dat de toch al niet brede basis van de op deze wijze politiek georganiseerde mensen almaar smaller is geworden.
* G. Voerman en W. van Schuur, ‘De Nederlandse partijen en hun leden (1945-2010)’ in R. Andeweg en J. Thomassen (red.), Democratie doorgelicht. Het functioneren van de Nederlandse democratie, Leiden, 2011.
Bron: DNPP
- Vergroten
- Download bestand
Achtergrond
Beleidsdocumenten
- Kamerbrief over evaluatie verkiezingen van 21 maart 2018 en agenda voor verandering en vernieuwing van het verkiezingsproces (1 juni 2018)
- Kamerbrief over evaluatie Tweede Kamerverkiezing (19 juni 2017)
- Kamerbrief over evaluatie provinciale staten- en waterschapsverkiezingen (1 juli 2015)
Rapporten en publicaties
- Lessen van het verkiezingsjaar 2019 (Tom van der Meer, augustus 2019)
- Evaluatie verkiezingen provinciale staten en Europees Parlement (20 maart 2019 en 23 mei 2019) (BZK, 2019)
- Evaluatie gemeenteraadsverkiezingen en raadgevend referendum 21 maart 2018 (GfK, 2018)
- Evaluatie Tweede Kamerverkiezing 2017 (GfK, 2017)
- Onderzoek toegankelijkheid stemlokalen (Cebeon, 2017)
- Evaluatie gecombineerde provinciale staten- en waterschapsverkiezingen 18 maart 2015 (TNS Nipo, 2015)
- Bevlogen en begrensd: Een onderzoek naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 (Tilburg University, 2014)
- Elke stem telt (Commissie onderzoek elektronisch stemmen in het stemlokaal, 2013)