Interbestuurlijke samenwerking
Het kabinet Rutte-III zette in zijn regeerakkoord van oktober 2017 de schijnwerper op de regio. Het kabinet wilde niet inzetten op grootschalige structuurveranderingen in het binnenlands bestuur (bijvoorbeeld de vorming van landsdelen of van een grootstedelijke bestuurslaag), maar legde stevig de nadruk op “de regio” en “regionale afspraken”, op tal van beleidsterreinen.

Decentrale overheden stellen zichzelf – impliciet of expliciet – tot doel om een zo hoog mogelijke brede welvaart voor hun inwoners te realiseren. De opgaven die volgen uit dit streven, verschillen echter van regio tot regio. Daarbij valt op dat er veelal sprake is van gespiegelde maatschappelijke opgaven: in economisch bruisende gebieden doen zich problemen voor ten aanzien van woningschaarste, luchtkwaliteit, lerarentekort en haperende sociale cohesie, terwijl in gebieden waar de economische ontwikkeling achterblijft er juist sprake is van een groot woningaanbod, schone lucht, voldoende leraren in relatie tot het aantal leerlingen en een sterkere sociale cohesie. Kijkend naar de kaart van Nederland ontstaat er zo een beeld van gespiegelde maatschappelijke opgaven.
Uitgelicht
- Prognose bevolkingsgroei
- Gestandaardiseerd inkomen
- Afstand woon-werkverkeer
- Afstand tot ziekenhuis
- Verkoopprijs koopwoningen
- Geluid en luchtverontreiniging
Prognose bevolkingsgroei

-
Toelichting & bron
Toelichting: De verwachting is dat de Nederlandse bevolking de komende jaren zal blijven toenemen. Deze prognose is gebaseerd op inzichten en verwachtingen rondom geboorte, sterfte en migratie vanuit en naar Nederland. Echter, zoals te zien in de figuur is de bevolkingsgroei niet gelijk verdeeld over alle regio’s. Waar in het westen en het midden van het land een grote bevolkingsgroei wordt geanticipeerd, wordt stagnatie verwacht in delen van het oosten en Flevoland, en is er een krimpprognose voor verschillende gebieden in het noorden, zuiden en aan de randen van Nederland. Binnen deze krimpregio’s zijn een aantal uitschieters waar te nemen die herleidbaar zijn tot de centrumsteden binnen die regio’s (bijvoorbeeld Groningen, Leeuwarden, Maastricht, Enschede). De regionale variatie in bevolkingsgroei brengt ook uiteenlopende opgaven met zich mee. In de regio’s waar sprake is van (toekomstige) bevolkings- en huishoudensdaling, spelen opgaven rondom het in stand houden van het voorzieningenniveau, groeiende leegstand en waardedaling van woningen. Een (sterke) bevolkingsgroei zorgt daarentegen voor druk op de woningmarkt, infrastructuur en de sociale voorzieningen.
Bron: Geodienst van het Centrum voor Informatie Technologie, Rijksuniversiteit Groningen
- Vergroten
- Download bestand
Gestandaardiseerd inkomen

-
Toelichting & bron
Toelichting: Gemeenten in de laagste inkomensgroep zijn te vinden in het noorden, aan de randen van Nederland en in de provincie Zeeland. De inwoners met de hoogste inkomens bevinden zich in gemeenten in delen van Noord-Brabant en in het westen en in het midden van het land. In het midden en westen bestaat een klein aantal negatieve uitschieters (Rotterdam, Enschede); in het oosten is er een redelijke spreiding tussen hoge en lage inkomens te zien. Een vergelijking tussen de kaart besteedbaar inkomen en de kaart bevolkingsgroei laat zien dat in de gebieden waar het gemiddeld inkomen hoger is, de bevolking meer groeit, en waar het gemiddeld inkomen lager is, de bevolking meer krimpt. Gemeenten waar de inkomens laag liggen, kunnen te maken krijgen met een verhoogde druk op de gemeentelijke sociale voorzieningen. Gebieden waar de economische kansen minder zijn, zijn grosso modo een minder aantrekkelijke vestigingsplek voor mensen met een hoger inkomen of hoge verdiencapaciteit: er treedt demografische uitsortering op. Hierdoor kan de economische draagkracht die nodig is voor voorzieningen verder afnemen.
Bron: Geodienst van het Centrum voor Informatie Technologie, Rijksuniversiteit Groningen
- Vergroten
- Download bestand
Afstand woon-werkverkeer

-
Toelichting & bron
Toelichting: Per gebied zien we hoe ver mensen gemiddeld van hun werk wonen. Inwoners van de regio’s in het westen, Noord-Brabant en Twente reizen minder ver voor hun werk dan inwoners van de overige regio’s. Aan de randen van het noorden en het zuiden is de afstand tussen woning en werk het grootst en ook inwoners van Flevoland reizen relatief ver van woonplaats naar werk. Een vergelijking met de prognose bevolkingsgroei laat zien dat in de gebieden waar de woon-werk afstand het grootst is, het aantal inwoners de komende jaren zal dalen. Bovendien zijn de regio’s waar mensen de minste afstand afleggen naar hun werk de regio’s met het hoogst gestandaardiseerde inkomen. De nabijheid van voldoende en passende voorzieningen zoals gezondheidszorg, onderwijs, infrastructuur en recreatie zijn belangrijk voor een goede leefomgeving.
Bron: Geodienst van het Centrum voor Informatie Technologie, Rijksuniversiteit Groningen
- Vergroten
- Download bestand
Afstand tot ziekenhuis

-
Toelichting & bron
Toelichting: In het noorden, en in delen van het zuiden en het midden is de gemiddelde afstand tot ziekenhuizen (exclusief buitenklinieken) het grootst. Dit komt gedeeltelijk overeen met de kaart woon-werkafstand, waarbij ook de noordelijke regio’s worden gekenmerkt door een grotere woon-werkafstand. Verder is de afstand tot een ziekenhuis groter bij gemeenten liggend aan de provinciegrenzen (met uitzondering van de Randstad).
Een grote afstand tot voorzieningen kan gevolgen hebben voor de participatie en zelfredzaamheid van inwoners. Met name voor kwetsbare groepen kan een grote afstand tot voorzieningen problematisch zijn waardoor gezondheidsrisico’s kunnen ontstaan. Voorzieningen en werk op grote afstand hebben daarnaast een negatieve impact op de woontevredenheid wat kan zorgen voor een “leegloop” van de regio, wat op zijn beurt weer economische opgaven voortbrengt.
Bron: Geodienst van het Centrum voor Informatie Technologie, Rijksuniversiteit Groningen
- Vergroten
- Download bestand
Verkoopprijs koopwoningen

-
Toelichting & bron
Toelichting: De verkoopprijzen liggen in het westen van Nederland en in Noord-Brabant fors hoger dan in het noorden, zuiden en in de grensregio’s. Als vervolgens de kaart besteedbaar inkomen en de kaart huizenprijzen naast elkaar worden gelegd is te zien dat deze nagenoeg gelijk zijn. Dit betekent, niet geheel verrassend, dat de mensen met een hoger besteedbaar inkomen in de regio’s wonen waar de huizen voor de hoogste prijs worden verkocht. De kaart huizenprijzen lijkt bovendien een direct tegengestelde kopie van de kaart woon-werkafstand te zijn. Daarom kan worden geconcludeerd dat de gemiddelde verkoopprijs van een huis hoger is in de regio’s waar de woon-werkafstand het laagste is. Een gevolg van alsmaar stijgende huizenprijzen is het in gang zetten van demografische uitsortering en gentrificatie. Dit proces draagt bij aan een sociaaleconomische kloof en versterkt inkomensongelijkheid en een toenemende ruimtelijke scheiding tussen hogere en lagere inkomensgroepen: het aantal mensen uit een andere “bubbel” dan de jouwe dat je in je dagelijks leven tegenkomt, wordt steeds kleiner. Opgaves die hieruit volgen zijn enerzijds het reguleren van de druk op de woningmarkt en anderzijds het toegankelijk houden van de woningmarkt voor alle groepen. Regio’s waar de financiële waardering voor huizen lager ligt zijn tevens de regio’s waar de woon-werk afstand en de afstand tot voorzieningen het grootst zijn. Een opgave die hiermee gepaard gaat is het faciliteren van een goede infrastructuur.
Bron: Geodienst van het Centrum voor Informatie Technologie, Rijksuniversiteit Groningen
- Vergroten
- Download bestand
Geluid en luchtverontreiniging

-
Toelichting & bron
Toelichting: De figuur laat zien wat in 2016 de geschatte invloed van geluid en luchtverontreiniging in 2016 op de gezondheid was (RIVM). Met name in het westen, midden en in het zuidoosten zijn de milieugezondheidsrisico’s het grootst, met als duidelijke uitschieter de Randstad. Het noorden van Nederland komt er beter vanaf; in Zeeland en in het oosten zijn de milieugezondheidsrisico’s gemiddeld. Alhoewel de gevolgen van geluid en luchtverontreiniging dus groter zijn in het westen, midden en in het zuidoosten van het land, zijn dit ook de regio’s waar de huizenprijzen het hoogst liggen. Vergelijken we deze kaart met bovenstaande gegevens over het gestandaardiseerd inkomen per persoon, dan valt op dat de milieugezondheidsrisico’s in gebieden met relatief hogere inkomens groter zijn dan in gebieden met relatief lagere inkomens.
- Vergroten
- Download bestand