Regionale verschillen
In hoeverre varieert de inrichting en het functioneren van het openbaar bestuur tussen regio’s? Zijn inwoners in bepaalde regio’s van het land meer of minder tevreden over het functioneren van het openbaar bestuur dan elders? Zijn hierin patronen te onderscheiden? En welke factoren hangen hiermee samen?

Om deze vragen te beantwoorden, is gekeken naar de opkomst bij verkiezingen, lokale partijen, politieke fragmentatie in de gemeente of regio en de tevredenheid met het openbaar bestuur en de lokale democratie.
Uitgelicht
- Opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen
- Opkomst naar grootteklasse
- Opkomst naar stedelijkheid
- Opkomst per provincie
Opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen
-
Toelichting & bron
Toelichting: De opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen daalt al jaren gestaag, maar bij de gemeenteraadsverkiezingen op 21 maart 2018 is die trend niet doorgezet. Er was zelfs sprake van een lichte stijging tot bijna 55%.
In verband met herindelingen waren er in 37 gemeenten geen verkiezingen. Deze gemeenten zijn in deze analyse buiten beschouwing gelaten.
Bron: Kiesraad 2018
Opkomst naar grootteklasse

-
Toelichting & bron
Toelichting: Gewogen naar het aantal kiesgerechtigden per gemeente.
Bron: Kiesraad, bewerking I&O Research
- Vergroten
- Download bestand
Opkomst naar stedelijkheid

-
Toelichting & bron
Toelichting: Gewogen naar het aantal kiesgerechtigden per gemeente.
Bron: Kiesraad, bewerking I&O Research
- Vergroten
- Download bestand
Opkomst per provincie

-
Toelichting & bron
Toelichting: Er zijn regionale verschillen in opkomst te zien, als we corrigeren voor bevolkingsomvang en -samenstelling. De opkomst in Groningse gemeenten ligt gemiddeld 8 procentpunt lager dan in de rest van Nederland. Ook in Noord-Brabant blijft de opkomst (3 procentpunt) achter bij het landelijk gemiddelde. Provincies waar de opkomst hoger is dan gemiddeld zijn Utrecht, Overijssel en Zeeland. In Zeeland wordt dit verschil (mede) verklaard door het aandeel christelijke stemmers, gemeten naar het percentage kiezers dat op ChristenUnie of SGP stemde bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2017. Deze kiezers gaan relatief vaak naar de stembus. Voor Utrecht en Overijssel blijft er een verschil bestaan, ook als voor het aandeel christelijke stemmers wordt gecorrigeerd. Op basis van deze analyse is de aard van deze (causale) relaties niet vast te stellen.
Bron: Kiesraad, bewerking I&O Research
- Vergroten
- Download bestand