Waterschappen
De waterschappen kennen drie bestuursorganen: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter. Anders dan de gemeenten en provincies, die een duaal bestel kennen, hebben de waterschappen een monistische bestuursvorm, waarbij de leden van het dagelijks bestuur ook lid van het algemeen bestuur zijn. Alleen de voorzitter en in uitzonderlijke gevallen leden van het dagelijks bestuur die ‘van buiten het algemeen bestuur worden benoemd', zijn daarop de uitzondering. De voorzitter is wél lid van het dagelijks bestuur, maar niet van het algemeen bestuur.

Het algemeen bestuur
Als hoogste, democratisch gekozen orgaan stelt het algemeen bestuur het beleid en de regels met betrekking tot de taken van het waterschap vast. Ook bepaalt het algemeen bestuur de kaders waarbinnen het dagelijks bestuur de taken en het beleid moet uitvoeren en controleert het de beleidsuitvoering.In het algemeen bestuur van het waterschap zitten vertegenwoordigers van de inwoners, agrariërs, overige ondernemers en bos- en natuurterreinbeheerders uit het gebied. De laatste drie groepen hebben een directe vertegenwoordiging in het bestuur op basis van ‘geborgde’ zetels, omdat de organisaties die zij vertegenwoordigen voor hun dagelijkse activiteiten direct afhankelijk zijn van de kwaliteit en hoeveelheid oppervlaktewater en dus van de taakuitoefening van de waterschappen. De bezetting van deze geborgde zetels gebeurt niet zoals voor de vertegenwoordigers van de inwoners via algemene verkiezingen, maar door benoeming door hun koepelorganisaties.
Het dagelijkse bestuur
Het dagelijks bestuur bereidt de besluiten van het algemeen bestuur voor en voert deze uit. Dit betekent dat het dagelijks bestuur onder andere beleidsplannen, verordeningen, investeringsbesluiten en begrotingen voorbereidt en deze nadat het algemeen bestuur ze heeft vastgesteld, ook uitvoert. Er bestaat een wettelijke verplichting dat ten minste één lid van het dagelijks bestuur een vertegenwoordiger is van één van de specifieke belangencategorieën. Verder is de samenstelling van het dagelijks bestuur vrij. De leden van het dagelijks bestuur zijn in principe uit het algemeen bestuur afkomstig, maar als de provincie dit mogelijk maakt, kunnen zij van buiten het algemeen bestuur worden benoemd.
De voorzitter
De voorzitter van een waterschap, ook wel ‘dijkgraaf’ of ‘watergraaf’ genoemd, heeft een vergelijkbare functie als een burgemeester en leidt de vergaderingen van het algemeen en van het dagelijks bestuur. Als lid van het dagelijks bestuur heeft de voorzitter wel stemrecht in het dagelijks bestuur, maar niet in het algemeen bestuur. Bij een vacature stelt het algemeen bestuur een voordracht op, die via Provinciale Staten aan de minister van Infrastructuur en Milieu wordt gezonden. De voorzitter wordt door de Kroon benoemd voor een periode van zes jaar, waarna één of meer herbenoemingen kunnen volgen.
Uitgelicht
Bestuursvorm waterschappen

-
Toelichting & bron
Bron: Unie van Waterschappen
Toelichting: De waterschappen kennen drie bestuursorganen: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter. Anders dan de gemeenten en provincies, die een duaal bestel kennen, hebben de waterschappen een monistische bestuursvorm, waarbij de leden van het dagelijks bestuur ook lid van het algemeen bestuur zijn. Alleen de voorzitter en in uitzonderlijke gevallen leden van het dagelijks bestuur die 'van buiten het algemeen bestuur worden benoemd', zijn daarop de uitzondering. De voorzitter is wél lid van het dagelijks bestuur, maar niet van het algemeen bestuur.
In het algemeen bestuur van het waterschap zitten vertegenwoordigers van de inwoners, agrariërs, overige ondernemers en bos- en natuurterreinbeheerders uit het gebied. De laatste drie groepen hebben een directe vertegenwoordiging in het bestuur op basis van ‘geborgde’ zetels, omdat de organisaties die zij vertegenwoordigen voor hun dagelijkse activiteiten direct afhankelijk zijn van de kwaliteit en hoeveelheid
oppervlaktewater en dus van de taakuitoefening van de waterschappen.
- Vergroten
- Download bestand
Opbrengsten

-
Toelichting & bron
Toelichting: Het grootste gedeelte van de kosten van de waterschappen wordt gedekt met de opbrengsten uit eigen belastingen. Met deze belastingen voorziet ieder waterschap zich in het eigen gebied van de middelen die daar nodig zijn voor een goede uitvoering van het waterbeheer.
Bron: Unie van Waterschappen
- Vergroten
- Download bestand
Exploitatiekosten

-
Toelichting & bron
Toelichting: Van de totale netto-exploitatiekosten van de waterschappen maakten de kosten voor het exploiteren van installaties voor de zuivering van rioolwater het grootste aandeel uit (39%), gevolgd door die van het beheer van het oppervlaktewater (28%). Sinds 2011 neemt het aandeel in de kosten van de aanleg en het beheer van waterkeringen toe. In 2010 was dit nog 5% en in 2019 is het 13%. Dit komt vooral doordat de waterschappen in 2011 een deel van de financiering van de versterkingen van de belangrijkste waterkeringen voor hun rekening zijn gaan nemen. Tot 2011 werd dit alleen door het Rijk gefinancierd en inmiddels nemen de waterschappen en het Rijk ieder 50% voor hun rekening.
Bron: Unie van Waterschappen
- Vergroten
- Download bestand