Inkomsten van gemeenten
Deze themapagina gaat in op de inkomsten van gemeenten aan de hand van de meest recente jaarrekening- en begrotingscijfers van gemeenten.
Waarom die focus op inkomsten? Omdat de rijksoverheid verantwoordelijk is voor een groot deel van de gemeentelijke inkomsten en daar informatie over wil verstrekken. Deze themapagina gaat in op de hoogte van de inkomsten van alle gemeenten samen, waar die inkomsten vandaan komen en welke soorten inkomsten gemeenten hebben.

Foto: Pepijn Lutgerink
Via de functie Cijfers kunt u de cijfers uitsplitsen naar provincies en regio’s. Ook gaan we in op de uitgaven. Allereerst zeggen de totale inkomsten van gemeenten veel over de totale uitgaven van gemeenten; de totale uitgaven zijn namelijk even hoog als de totale inkomsten. Daarnaast gaat deze themapagina in op de uitgaven in 2013 en vergelijken we de inkomsten voor bouwgrondexploitatie en de onttrekkingen aan de reserves met de uitgaven. Een overzicht van de gegevens op deze themapagina in de vorm van een powerpoint-presentatie is hier te vinden.
Voor de experts een definitie. De totale inkomsten omvatten alles wat gemeenten in hun jaarrekening of begroting opnemen als ‘baat’ in de exploitatie (totaal na bestemming) conform de cijfers die het CBS op Statline publiceert, dus inclusief de onttrekkingen aan de reserves. Hetzelfde geldt voor de uitgaven: de totale uitgaven omvatten alle ‘lasten’ na bestemming. Bij de diverse figuren en tabellen vindt u een uitgebreide bronvermelding.
De meest recente cijfers op het moment van publiceren van deze pagina zijn de jaarrekeningcijfers van 2013 en de begrotingscijfers van 2015. Wanneer nieuwe cijfers beschikbaar zijn, wordt deze pagina geactualiseerd.
Uitgelicht
- Waar komen de inkomsten van gemeenten in 2018 vandaan?
- Gemiddelde inkomsten 2018
- Inkomsten van gemeenten 2018 per inwoner
- Wie mag beschikken over welke inkomensbron?
Waar komen de inkomsten van gemeenten in 2018 vandaan?

-
Toelichting & bron
Bronnen: BZK en CBS (Statline) met bewerking door BZK.
Het Rijk omvat alle ministeries en agentschappen van die ministeries. De Rijksoverheid is voor gemeenten een belangrijke bron van inkomsten. Op grond van onder andere de Financiële verhoudingswet betaalt de Rijksoverheid in 2018 aan alle gemeenten samen een bedrag van ongeveer 36,1 miljard euro (Gemeentefonds en Specifieke uitkeringen). Dit komt overeen met 61% van de totale baten van gemeenten in 2018. Als we de onttrekkingen aan reserves buiten beschouwing laten, dan zorgt de Rijksoverheid voor 66% van de gemeentelijke inkomsten. Dit betekent ook dat gemeenten in 2018 veel inkomsten uit andere bronnen halen.
De burgers en bedrijven zorgen op veel verschillende manieren voor inkomsten, onder andere via de onroerende zaakbelasting (OZB), parkeergeld, leges voor paspoorten, rijbewijzen en vergunningen. Burgers en bedrijven zorgen zowel voor inkomsten voor de eigen gemeente, als voor inkomsten in andere gemeenten. Bezoekers aan een gemeente zorgen bijvoorbeeld via parkeergeld (parkeerbelasting) voor inkomsten in een gemeente waar ze zelf niet wonen. De inkomsten uit OZB, overige belastingen en retributies worden ook wel omschreven als het ‘gemeentelijk belastinggebied’. Dit gemeentelijk belastinggebied met inkomsten van burgers en bedrijven is goed voor 16% van de totale baten van gemeenten in 2018.
De groep gemengd is een verzameling verschillende betalers en omvat het Rijk, burgers en bedrijven, provincies, waterschappen, andere gemeenten, instellingen, gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en Europa. Een deel van de inkomsten komt voor rekening van de bouwgrondexploitatie (6% van de totale baten van gemeenten in 2018) en een grote restpost vormt de overige inkomsten (12% van de totale baten van gemeenten in 2018). In één van de volgende figuren (klik naar rechts) splitsen we deze overige inkomsten verder uit.
De inkomsten van de gemeente zelf, de onttrekkingen aan de reserves, zijn een bijzondere inkomstenbron en daarom in de figuur los weergegeven van de andere inkomsten. Het gaat om 8% van de totale baten van gemeenten in 2018. De onttrekkingen aan de reserves zijn hier opgenomen om aansluiting te houden met de totale inkomsten die het CBS publiceert op Statline.
In de volgende figuur op deze themapagina gaan we verder in op de verschillende inkomstensoorten.
- Vergroten
- Download bestand
Gemiddelde inkomsten 2018

-
Toelichting & bron
Bronnen: BZK, www.financiengemeenten.nl en CBS (Statline) met bewerking door BZK.
Gemeentefonds. Het Gemeentefonds is een fonds waarmee de Rijksoverheid een deel van de belastingopbrengsten verdeelt over gemeenten. Gemeenten mogen vervolgens zelf beslissen waar zij de inkomsten uit dit fonds aan besteden, maar moeten minimaal hun wettelijke taken uitvoeren.
Het ministerie van BZK beheert het Gemeentefonds en zorgt voor de verdeling van de middelen over de gemeenten via vier soorten uitkeringen: de algemene uitkering, decentralisatie uitkeringen, integratie-uitkeringen en de zogeheten aanvullende uitkering (de uitkering voor gemeenten in financiële moeilijkheden (ook bekend als artikel 12-gemeenten). De indeling in deze typen is gebaseerd op de Financiële verhoudingswet.
Algemene informatie gemeentefonds op Rijksoverheid.nl
Verdeling van de uitkering uit het Gemeentefonds per gemeente
Specifieke uitkeringen. Specifieke uitkeringen zijn uitkeringen van diverse verschillende ministeries voor – de naam zegt het al – specifiek benoemde bestedingsdoeleinden en voorwaarden. De Rijksoverheid verstrekt niet alleen specifieke uitkeringen aan gemeenten, maar ook aan provincies en aan samenwerkingsverbanden van gemeenten zoals veiligheidsregio’s. De basis voor het verstrekken van specifieke uitkeringen ligt in de Financiële verhoudingswet. Omdat gemeenten niet vrij zijn in de besteding, leggen ze verantwoording af aan de ministeries. Deze verantwoording verloopt via de zogeheten SiSa-systematiek. Medeoverheden kunnen via de website te verantwoorden regelingen bekijken over welke regelingen zij verantwoording moeten afleggen.
Algemene informatie specifieke uitkeringen (SiSa) op Rijksoverheid.nl
Heffingen. De term heffingen is de verzamelnaam voor allerlei soorten gemeentelijke belastingen: het gemeentelijke belastinggebied. De heffingen omvatten de onroerende zaakbelasting (OZB), overige belastingen zoals de parkeerbelasting (parkeertarieven) en retributies zoals de leges voor paspoorten. Belangrijk om te weten is dat gemeenten geen winst mogen maken op de inkomsten via retributies. De gemeentelijke belastingtarieven komen ieder jaar in het nieuws als gemeenten hun tarieven voor het komende jaar bekendmaken. Zie bijvoorbeeld een artikel van het CBS over de OZB-opbrengst in 2019, of een nieuwsbericht over de OZB-verhogingen in 2020.
Algemene informatie over de gemeentelijke heffingen op Rijksoverheid.nl
Bouwgrondexploitatie. Bouwgrondexploitatie bestaat uit de verzameling van activiteiten van een gemeente waarbij ruwe onbebouwde gronden zoals landbouwgrond, of gronden die gesaneerd en gereconstrueerd moeten worden en waar in het verleden andere gebouwen op stonden, worden omgevormd tot bouwterreinen die aan andere partijen (particulieren, bedrijven, instellingen en dergelijke) worden verkocht. De bouwgrondexploitatie per jaar is hier te vinden.
Overige middelen. De overige middelen zijn een restpost met diverse kleinere inkomstensoorten. Het gaat onder andere om inkomsten uit huren en pachten, verkoop van goederen en diensten (niet zijnde gemeentelijke heffingen) en rente en winstuitkeringen.
Onttrekkingen reserves. De onttrekkingen aan de reserves zijn een bijzondere inkomstenbron en daarom in de figuur los weergegeven van de andere inkomsten. De onttrekkingen aan reserves zijn hier opgenomen om aansluiting te houden met de totale baten die het CBS publiceert op Statline.
Als een gemeente geld aan een reserve onttrekt, betekent dit dat een gemeente geld uit een reserve haalt. Meestal gebeuren deze onttrekkingen om verschuivingen van activiteiten in de tijd boekhoudkundig te verwerken. Dit is nodig als de uitgaven voor een project om wat voor reden dan ook niet gelijk lopen aan de inkomsten voor dat project. De uitvoering van een project loopt bijvoorbeeld vertraging op, terwijl de inkomsten voor dat project al wel zijn ontvangen. De niet gebruikte inkomsten worden toegevoegd aan de reserves (te zien bij de uitgaven van de gemeenten in een volgende figuur) om deze inkomsten het volgende jaar weer aan de reserves te onttrekken. Deze werkwijze is voorgeschreven in de artikelen 17 (lid d en e) en 27 (eerste lid, onder d en e) van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
De bijzondere status van de onttrekkingen aan reserves komt ook terug in bepalingen voor het opstellen van de zogeheten nationale rekeningen aan de hand van wereldwijd gestandaardiseerde begrippen en methoden waardoor vergelijkingen tussen landen mogelijk zijn. Op grond van deze bepalingen horen de onttrekkingen aan reserves niet bij de totale gemeentelijke inkomsten.
- Vergroten
- Download bestand
Inkomsten van gemeenten 2018 per inwoner
-
Toelichting & bron
Bron: www.financiengemeenten.nl, CBS
Wie mag beschikken over welke inkomensbron?

-
Toelichting & bron
De uitkeringen uit het gemeentefonds en ook het grootste deel van de specifieke uitkeringen van het Rijk aan gemeenten worden via een ingewikkelde systematiek over alle gemeenten verdeeld. Dit gebeurt op zo’n manier dat gemeenten bij een gelijke belastingdruk een gelijk voorzieningenniveau voor hun burgers kunnen realiseren. De verdeling vindt plaats op basis van objectieve maatstaven en is daarom door gemeenten niet te beïnvloeden. De middelen die de gemeente uit het gemeentefonds ontvangt zijn vrij besteedbaar. De gemeente moet er echter wel een aantal verplichte taken mee uitvoeren, zoals afgifte van identiteitsbewijzen, onderhoud van wegen en openbaar groen, enzovoort.
Bij specifieke uitkeringen heeft de gemeente echter geen bestedingsvrijheid. Bij deze uitkeringen geeft het Rijk namelijk een bestedingsrichting aan de middelen. Een uitzondering vormen de middelen die de gemeente krijgt voor de bekostiging van de bijstandsuitkeringen (de BUIG). Deze uitkering is wel vrij besteedbaar. Uiteraard moet de gemeente wel uitkeringen verstrekken, dus helemaal vrij besteedbaar is deze uitkering niet. Maar een eventueel overschot mag de gemeente naar eigen inzicht aanwenden. Bij de eigen inkomsten van de gemeente kan onderscheid worden gemaakt tussen algemene eigen inkomsten en specifieke taak-gerelateerde inkomsten. Algemene eigen inkomsten zijn inkomsten die de gemeente naar eigen inzicht kan inzetten voor het dekken van de kosten. Voorbeelden hiervan zijn de onroerende zaakbelasting (OZB), de toeristenbelasting en de parkeerbelasting. Taak-gerelateerde inkomsten zijn inkomsten die horen bij een specifieke taak, zoals afvalstoffenheffing en rioolrechten. Voor deze inkomsten geldt dat ze niet meer mogen bedragen dan de kosten. Deze inkomsten mogen dus maximaal 100% kostendekkend zijn.
- Vergroten
- Download bestand
Achtergrond
Wetgeving
- Financiële verhoudingswet
- Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
- Gemeentewet Titel IV (De financiën van de gemeente)
Rapporten en publicaties
- Vernieuwing van de begroting en verantwoording van gemeenten (VNG, 2014)
- Toelichting op de berekening van de 2014 uitkeringen uit het gemeentefonds (BZK)
Websites
- Rijksoverheid.nl: gemeentefonds
- Rijksoverheid.nl: specifieke uitkeringen
- Rijksoverheid.nl: gemeentelijk grondbeleid
- Rijksoverheid.nl: gemeentelijke belastingen
- CBS-statline
- Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO)
- VNG gemeentefinanciën
- Per gemeente ontvangen (en te verantwoorden) specifieke uitkeringen