Europa en de decentrale overheden
Steeds meer wetten in Nederland komen tot stand door besluiten die in de Europese Unie worden genomen. Tegelijkertijd vindt er een decentraliserende beweging in Nederland plaats, waardoor met name provincies en gemeenten meer taken gaan uitvoeren. Meer taken betekent dat Nederlandse gemeenten en provincies in de nabije toekomst nog meer verantwoordelijkheid in de uitvoering, implementatie en naleving van EU-beleid krijgen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties staat voor een goed en slagvaardig openbaar bestuur.

Foto: Marcel Vogel
Met deze verantwoordelijkheid is het ministerie, in nauwe samenwerking met de decentrale overheden, aan zet om een goede invulling te geven aan de interbestuurlijke verhoudingen tussen gemeenten, provincies, het Rijk en de Europese Unie.
Uitgelicht
- Het Europees besluitvormingsproces en de decentrale overheden
- Europa en het binnenlands bestuur
- Het belang van Europa voor decentrale overheden
- Infographic cohesiebeleid
Het Europees besluitvormingsproces en de decentrale overheden

-
Toelichting & bron
Bron: ministerie van BZK
- Vergroten
- Download bestand
Europa en het binnenlands bestuur

-
Toelichting & bron
Bron: Ministerie van BZK
- Vergroten
- Download bestand
Het belang van Europa voor decentrale overheden
-
Toelichting & bron
Bron: Europa decentraal
Toelichting:
Tom de Bruijn, oud-voorzitter van het bestuur van Europa decentraal, vertelt in deze video over het belang van Europa voor decentrale overheden. Wanneer krijgen decentrale overheden met Europees recht en beleid te maken, en wat kan Europa decentraal voor hen betekenen?
Infographic cohesiebeleid

-
Toelichting & bron
Bron: Europese Commissie
Toelichting:
In bovenstaande figuur heeft de Europese Commissie het cohesiebeleid 2014-2020 voor Europa uitgetekend. In totaal zal via het hervormde cohesiebeleid tot € 351,8 miljard ter beschikking worden gesteld, zodat de regio’s economisch sterker worden en de welvaartverschillen binnen en tussen de verschillende Europese regio’s afnemen. Binnen het cohesiebeleid vallen de Europese fondsen, waaronder de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI fondsen). p>
p>
De gelden van Europese structuurfondsen voor Nederlandse decentrale overheden blijven in de komende zevenjarige Europese begrotingsperiode (2014-2020) van belang. Deze fondsen zijn bedoeld om de economie van een lidstaat te verbeteren en de economische, sociale en territoriale samenhang binnen de Europese Unie te vergroten. p>
p>
Nederland maakt met name gebruik van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Europees Sociaal Fonds (ESF). In Nederland zijn deze Europese structuurfondsen voor provincies, gemeenten en waterschappen een belangrijke financiële bron.
- Vergroten
- Download bestand
Achtergrond
Beleidsdocumenten
- Handreiking Staatssteun voor de overheid (1 december 2016)
- Kamerbrief bij rapport Samen sterk in Europa (16 september 2015)
- Rapport Samen sterk in Europa (juli 2015)
- Kamerbrief evaluatie actieplan Europa en decentrale overheden (24 juni 2014)
- Evaluatie actieplan Europa en decentrale overheden (24 juni 2014)
- Code Interbestuurlijke Verhoudingen (2013)
Rapporten en publicaties
- Europa als kans (Universiteit Twente, 2015)
- De wisselwerking tussen Europa en Nederland (Universiteit Leiden, 2015)
- Analyse werkprogramma Europese Commissie 2014 (EIPA)
- Advies 'Met Europa verbonden' (Rob, 2013)
- The potential of the Lisbon Treaty: a challenge for the Netherlands and its provinces and municipalities (EIPA, 2010)
- Witboek over multilevel governance (Comité van de Regio's, 2009)
Websites
- Europa decentraal
- Rob: video 'Met Europa verbonden'
- website EUROPA, Besluitvormingsproces en de werkzaamheden van de EU instellingen
- Raad van Europa
- Comité van de Regio's
- Europese Commissie: REFIT programma
- Europese Commissie: Uw stem in Europa
Verdere informatie
Over dit thema
Wat is er in het verleden gedaan?
De invulling van dit vraagstuk kent een geschiedenis. In september 2007 is de beleidsvisie "Binnenlandse Bestuurskracht in Europa" opgesteld. Deze beleidsvisie gaf destijds invulling aan het voornemen uit het coalitieakkoord om een actieve en constructieve rol van Nederland in Europa te realiseren. De relatie tussen het binnenlands bestuur en het Europees bestuur was hier onderdeel van. In aansluiting hierop is in december 2008 door Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Buitenlandse Zaken (BZ), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) het actieplan "Europa en decentrale overheden" ondertekend. Met dit actieplan zijn afspraken gemaakt over de samenwerking op EU-dossiers met een impact op decentrale overheden. De doelstelling van het actieplan was gericht om in een vroegtijdig stadium van het Europese beleidsvormingsproces mogelijke gevolgen voor medeoverheden te signaleren en te voorkomen dat decentrale overheden bij de uitvoering van hun publieke taak werden geconfronteerd met onvoorziene en ongewenste effecten van Europese regelgeving.
Waar staan we nu?
Het actieplan is geëvalueerd en de resultaten zijn in januari 2014 in een bestuurlijk overleg tussen BZK, BZ en de VNG, het IPO en Unie van Waterschappen (UvW) besproken. De evaluatie stelt vast dat het actieplan nuttig is gebleken en de ambtelijke samenwerking op Europese dossiers is verbeterd. Een voorbeeld hiervan is de mogelijkheid voor het IPO en de VNG om via de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC) aan te geven welke dossiers voor hen prioritair zijn. Met de evaluatie is het actieplan officieel afgerond. Er is speciale aandacht geschonken aan de veranderende positie van medeoverheden in het Europese besluitvormingsproces. In het bestuurlijk overleg is erkend dat de hervormingen binnen het openbaar bestuur (decentralisaties) en de daarmee veranderende positie van medeoverheden aanleiding vormen om de binnenlandse samenwerking met de medeoverheden in het Europese beleidsvormingsproces, waar nodig, verder te versterken. Het bestuurlijk overleg heeft daarom besloten een nadere verkenning in 2014 en 2015 uit te voeren. Dit heeft geresulteerd in het rapport Samen sterk in Europa.
Betere Brusselse regelgeving
Binnen de Europese Unie wordt met het Smart Regulation-beleid gesproken over de verbetering van de kwaliteit van wet- en regelgeving. Het beleid is gericht op de gehele Europese besluitvormingscyclus: van voorfase, onderhandelingsfase, implementatiefase, toezichtsfase tot evaluatie met instrumenten als road maps, impact assessments, stakeholder consultaties en REFIT. Door de taak van steden en regio’s bij de implementatie, uitvoering en naleving van Europese wet- en regelgeving is het van belang dat zij niet worden geconfronteerd met moeilijk uitvoerbare of onnodig belastende regelgeving uit Europa. Er moet worden gerealiseerd dat daar waar taken terecht op Europees niveau zijn belegd, de wet- en regelgeving ook proportioneel en uitvoerbaar zijn. Voor deze vragen is het Smart Regulation-beleid in Brussel van belang, omdat het mogelijkheden en instrumenten biedt om dit te realiseren. Het ministerie van BZK zet zich met name in om de regelgeving uit Brussel die in toenemende mate zo van belang is voor de gemeenten, ook echt ‘smarter’ te laten zijn. Dat kan BZK niet alleen, daar is samenwerking voor nodig met alle andere ministeries en de gemeenten en provincies.