
Auteur(s): Florens de Wit en Luuk Spreeuwers
Universiteit Twente
Rapport | September 2020 (32 pagina's)
Toelichting
De concrete vragen voor de biometrische data (d.w.z. vingerafdrukken en gezichtsafbeelding) in paspoorten die in dit rapport behandeld worden, zijn:
- Tot welke toename van de biometrische ouderdom daalt de betrouwbaarheid van geautomatiseerde biometrische identiteitsverificatie niet significant? Kan de daling in betrouwbaarheid met biometrische ouderdom gekwantificeerd worden in de vorm van toegenomen False Non-Match Rates (FNMR) en False Match Rates (FMR)?
- Brengt een toename van de biometrische ouderdom met 10 of meer jaar een significante daling van de betrouwbaarheid van geautomatiseerde biometrische identiteitsverificatie met zich mee? Kan deze daling in betrouwbaarheid gekwantificeerd worden in de vorm van toegenomen False Non-Match Rates (FNMR) en False Match Rates (FMR)?
Op basis van de gevonden literatuur blijkt dat de betrouwbaarheid van geautomatiseerde biometrische identiteitsverificatie daalt bij een toename van de biometrische ouderdom ten opzichte van de huidige 10 jaren geldigheidsduur. Deze daling is beperkt bij een toename van 1 jaar.
Op basis van de gevonden literatuur blijkt dat de betrouwbaarheid van geautomatiseerde biometrische identiteitsverificatie daalt bij een toename van de biometrische ouderdom met 10 of meer jaar ten opzichte van de huidige 10 jaren geldigheidsduur. Deze daling is aanzienlijk. De beperkingen in de representativiteit van gevonden studies voor identiteitsverificatie op basis van biometrie op Nederlandse paspoorten maken dat wij geen betrouwbare kwantificering van de toename van FNMR en FMR kunnen geven voor geautomatiseerde biometrische identiteitsverificatie in de Nederlandse praktijk.
Hierdoor is ook geen betrouwbaar kwantitatief onderbouwd advies met betrekking tot de houdbaarheid, en herbruikbaarheid mogelijk.