Meervoudige kandidaturen?
Een analyse van de kandidaatstelling voor de verkiezingen van de Provinciale Staten en waterschappen, 20 maart 2019.
Rijksuniversiteit Groningen en Universiteit Twente
Auteur(s): Gerrit Voerman, Marcel Boogers en Simon Otjes
Boogers, Otjes en Voerman hebben onderzoek verricht naar de werving en selectie van kandidaten voor de Provinciale Statenverkiezingen en de verkiezingen van de waterschapsbesturen die op 20 maart 2019 gelijktijdig plaatsvonden. Hiervoor is onder andere een enquête uitgevoerd onder partijen die aan deze verkiezingen deelnamen.
Uit dit onderzoek blijkt dat partijen gemiddeld 81% nieuwe kandidaten op hun kandidatenlijsten voor de Provinciale Staten hadden staan, personen die in de periode voorafgaand aan de verkiezingen geen Statenlid waren. Van de partijen die deelnamen aan de Provinciale Statenverkiezingen geeft ruim 40% aan dat het hen geen moeite heeft gekost om voldoende kandidaten te vinden voor verkiesbare plaatsen op de lijst. Hiertegenover geeft 23% aan dat het hen wel enige tot veel moeite heeft gekost. Volgens de respondenten was het in 2019 overwegend eenvoudiger om geschikte kandidaten te vinden voor de kandidatenlijst dan voor de vorige Provinciale Statenverkiezingen.
Partijen zijn voor de Provinciale Statenverkiezingen op verschillende manieren op zoek gegaan naar (aspirant-)kandidaten. Daarbij valt op dat de interne rekruteringsmethoden het populairst zijn: kandidaten worden vooral via partijkanalen benaderd en, anders dan voor de gemeenteraadsverkiezingen het jaar ervoor, minder direct in de lokale samenleving geworven. Voor de waterschappen kostte het meer moeite om kandidaten te vinden. Daarvoor is dan ook vaker buiten de partijkaders gezocht naar kandidaten.