Majesteitelijk en magistratelijk

De Nederlandse burgemeester en de staat van het ambt

Tilburg University

Auteur(s): N. Karsten, L. Schaap, F. Hendriks, S. van Zuydam en G.J. Leenknegt

De Tilburgse School voor Politiek en Bestuur verzamelde in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en het ministerie van Veiligheid en Justitie breed empirisch materiaal over Nederlandse burgemeesters en hun ambt. Het karakter van het Nederlandse burgemeestersambt blijkt hybride te zijn: het combineert taken en rollen van heel verschillende aard. Burgemeesters zien zichzelf in relatie tot de samenleving vooral als burgervader, verbinder en vertegenwoordiger en veel minder als handhaver, visieontwikkelaar of ombudsman. Burgemeesters ervaren weinig ruimte voor inhoudelijke visievorming, maar lijken daar ook weinig behoefte aan hebben. Burgemeesters hebben de laatste jaren nogal wat extra bevoegdheden gekregen. Bij een aantal daarvan plaatsen burgemeesters vraagtekens, op praktische en principiƫle gronden. De aanstellingswijze van de Nederlandse burgemeester is in de loop der jaren sluipenderwijs veranderd van een zuivere Kroonbenoeming in een complexe procedure waarin verschillende actoren een rol spelen met een de facto hoofdrol voor de raad. Gevraagd naar de toekomst blijken burgemeesters betrekkelijk behoudend te zijn. Ze behouden het liefst de huidige Kroonbenoeming, dus met de grote rol van de gemeenteraad, en de burgemeester in zijn rol als eigenstandig en onpartijdig voorzitter van raad en college.