Trendstudie samenwerking decentrale overheden
Partners en Pröpper
Auteur(s): I. Pröpper, H. Kessens en E. Weststeijn
Deze studie richt zich op ontwikkelingen die zich voordoen in de samenwerking tussen decentrale overheden: gemeenten, waterschappen en provincies. Wat zijn de motieven om juist wel of niet te gaan samenwerken en welke vorm kiezen decentrale overheden als zij samenwerken? Hoe vaak werken decentrale overheden samen en over welke onderwerpen? Wat zijn de resultaten van samenwerking? Gemeenten, waterschappen en provincies werken in toenemende mate onderling samen – al of niet aangevuld met private partijen. Niet alleen formele samenwerking neemt toe, maar er is ook meer informele samenwerking. De slagvaardigheid van de samenwerking (effectieve en snelle aanpak van problemen) en de kosten/baten van de samenwerking blijken sterk af te hangen van het domein waarop de samenwerking betrekking heeft. Rond samenwerking ten aanzien van uitvoering, dienstverlening en/of beheerstaken, is ongeveer twee derde van de gemeenten tevreden over de slagvaardigheid en de kosten/ baten verhouding. Bij (regionale) beleidsafstemming daarentegen is twee derde van de gemeenten hierover ontevreden.